Zeevaarders ervaren inbreuk op arbeidsrecht

< afbeelding >    

Christiaan De Beukelaer


Veel zeevaarders zitten vanwege coronamaatregelen vast op hun schip, maar de aanhoudende druk om ver voorbij de einddatum van hun contract te blijven werken, is een flagrante inbreuk op het arbeidsrecht. Dat stelt professor Christiaan De Beukelaer, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Melbourne.

Hij citeert daarbij Jan de Boer van de International Maritime Organisation (IMO), die de huidige situatie met dwangarbeid vergelijkt.

De Beukelaer betoogde in een opiniestuk dat 19 oktober in de Gazet van Antwerpen verscheen, dat het maritiem Arbeidsverdrag niet blijvend ondermijnd mag worden en dat bemanningswissels wel degelijk mogelijk zijn. Hij geeft toe dat dit hogere kosten met zich meebrengt, die de rederijen zullen moeten dragen.

‘Want zeelieden, die de wereldhandel in stand houden, hebben dit jaar al genoeg afgezien.’ Einde oktober raamde de auteur dat er nog altijd zo'n 400.000 mensen ongewild vastzitten op schepen.

Goedkoper

Nu een tweede golf van infecties de ronde doet, escaleert de crew change-crisis;

zo meent de professor.

De 400.000 zeevaarders die nu vastzitten, zijn er 100.000 meer dan in augustus, toen secretaris-generaal Kitack Lim van de IMO de alarmbel luidde.

Hoewel de pandemie blijft woeden, is een bemanningswissel volgens De Beukelaar nu wereldwijd wel eenvoudiger geworden. Er ontstaat dan ook wrevel tussen werknemers en hun bazen. Vakbonden, met de ITF op kop, stellen het welzijn van de bemanning voorop. Rederijen denken vooral aan de continuïteit van activiteit en omzet. Ze zijn niet snel geneigd de bemanning via omwegen op (dure) vluchten naar huis te sturen en hun aflossing in te vliegen. Het is goedkoper en zekerder om met de bestaande bemanning verder te varen. Dat de fysieke en geestelijke gezondheid van de zeelieden daaronder lijden, wordt blijkbaar als ‘collateral damage’ aanvaard.

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x